Reizen naar de landengte van Suez, Egypte, het Heilige Land (1859) (14754536716)

Identifier: reizennaardeland00conr (find matches)
Title: Reizen naar de landengte van Suez, Egypte, het Heilige Land
Year: 1859 (1850s)
Authors: Conrad, Frederik Willem, 1800-1870
Subjects: Suez, Isthmus of
Publisher: 'S Gravenhage M. Nijhoff
Contributing Library: Robarts - University of Toronto
Digitizing Sponsor: University of Toronto



Text Appearing Before Image:
imcomparables dun passé mystérieux, ensoit Ie plus souvent reduit au silence, faute duneexpression suffisante. Ces deux frêles créatures nousen avaient dit plus en quelques mots que ces tem-ples, ces pyramides, ces colosses, ces sarcophagesavec toutes leurs inscriptions et tous leurs bas reliëfs.»Cest que Fhomme est encore bien autrement in-teressant que tout ce quil fait, ou que la naturemême, quelque splendide quelle puisse étre, au milieude laquelle il vit. Je vous avoue donc que tout enparcourant ces magniHcences et ces ruines, jai moinspensé a elles quaux fellahs qui nous y accompagnaient,et quen présence de ces cnigmes dune histoireévanouiesans retour, lénigme qui ma semblé plus curieuseencore, eest celle du peuple qui jadis élevait cesmonuments gigantes((ues, et qui aujourd hui les montre,sans les comprendre, au voyageur venu des contréescivilisées et lointaines.» Er beerschte dezen dag eene buitengewone hitte,zoodat er bij onze terugkomst bijna niel gesproken
Text Appearing After Image:
5=3 =3 e=3 101 weid. Na nog eenige belangrijke ruïnen gezien te heb-ben, keerden wij zeer voldaan over onzen dag, dochzeer vermoeid door de groote hitte, aan boord terug. Wij verlieten den 4den December dezen hoogst be-langrijken omtrek en voeren nu verder den jSijl opnaar Esnéh, waar wij weder steenkolen innamen, ver-volgens tot Edfou, en verder tot het punt op de rivier,genaamd Gebel el Silsiléh of Djebel Silsiléh (Berg vande ketting), dus genoemd, dewijl deze plaats vroegervolgens eene Arabische overlevering door eene kettingwas afgesloten. » Hier is de groote stuw ontworpen voor Opper-Egypte,tusschen twee rotsoevers, welke den ISijl tot op onge-veer 450 el breedte vernaauwen. Wij ankerden op eenigen afstand daarboven, teneinde dat punt, waaromtrent wij geraadpleegd warennaauwkeurig te onderzoeken. Den uitslag van datonderzoek, waarvan een afzonderlijk rapport aan denonderkoning werd aangeboden, zal ik hierna mede-deelen. Op den 6den December 1855 voeren wij op totAssouan, het