MCC-42483 Voorzijde tabernakelkast met o.a. Christus in de Hof van Olijven, Laatste Avondmaal, Gevangenneming (2)

Similar

MCC-42483 Voorzijde tabernakelkast met o.a. Christus in de Hof van Olijven, Laatste Avondmaal, Gevangenneming (2)

description

Summary

Nederlands: Het tabernakel bestaat uit een triomfboogachtig middengedeelte, op de hoeken geflankeerd door twee toscaanse zuiltjes tussen een verkropt hoofdgestel en stylobaat. Het heeft een driedelige bekroning, bestaande uit een rechthoekige, door zuiltjes geflankeerde en door een driehoekig fronton afgesloten middenpartij en twee lagere zijpartijen. Het fronton rust op een met een fries gedecoreerd, boven de zuilen verkropt hoofdgestel. Ook de zijpartijen worden hierdoor afgesloten, maar dan zonder frontons. Tevens worden zij geheel links en rechts geflankeerd door een zuiltje.
In de boog van het middengedeelte, het rechthoekige veld van de opbouw, in de flankerende kleine boogvelden en in het fronton zijn albasten reliëfs aangebracht.
Het reliëf van het middengedeelte doet tevens dienst als tabernakeldeurtje en is daartoe links voorzien van een scharnier, rechts van een sleutelgat. Het toont het laatste avondmaal, in een ruime zaal, die voorzien is van een tongewelf met cassettenversiering met platteband-ornament en oculi. Op de voorgrond staat een ronde tafel, waaromheen de apostelen op de grond zitten. Links achter de tafel zit Christus onder een groot baldakijn. Hij geeft naar rechts de kelk door. Johannes heeft zich slapend tegen hem aan gevleid. De meeste apostelen kijken toe. Rechts en geheel links hebben zich twee naar elkaar toegewend. Geheel rechts heeft een staande apostel zijn hand op de schouder van de voor hem zittende gelegd. Links op de voorgrond zit Judas, die met zijn linkerhand de buidel met zilverlingen omklemt.
Op de tafel zien we twee kandelaars, broodjes en bekers en een grote schotel. Links op de voorgrond staat een grote kruik. In de achterwand van de zaal een rondboogvenster en rechts een doorkijk in een tweede zaal, waarin reisvaardige mannen met de staf in de hand en enkele kinderen om een tafel staan: dit is het Paasmaal der Joden.
Het linker reliëf van de bekroning toont Christus in de Hof van Olijven. Rechts op een heuvel knielt de biddende Christus. Een engel met een kelk in de hand daalt uit een wolk neer. Links en rechts op de voorgrond liggen twee apostelen te slapen. De ene is van de voorzijde zichtbaar, de andere van de achterzijde. Een derde is links nog juist zichtbaar achter de heuvel. Links op de achtergrond, buiten de omheining, ziet men de krijgslieden naderen.
Op het middelste reliëf van de bekroning is de Gevangenname afgebeeld. In de omheinde tuin van Gethsemane staat Christus rechts vooraan bij een dadelpalm, vergezeld van drie apostelen, waaronder Petrus met een kort zwaard. Christus heft zijn rechterhand op en links vallen de soldaten en Judas achterover en over elkaar heen. De soldaten dragen fakkels en speren en Judas houdt de geldbuidel vast. Links op de achtergrond dringen nog meer soldaten door het poortje naar binnen.
Het rechter reliëf van de bekroning toont de Judaskus. Temidden van de soldaten, die fakkels en een lantaarn bij zich hebben, staat Christus en wordt door Judas, rechts, gekust. Rechts op de voorgrond slaat Petrus Malchus een oor af.
Op het tympaan is Christus voor Caïphas afgebeeld. In een grote zaal zit Caïphas geheel rechts op een troon onder een baldakijn. Voor hem staat Christus omgeven door soldaten. Geheel rechts naast de troon staat nog een figuur, mogelijk een hogepriester, of Annas, voor wie Christus eerst geleid werd.
De figuren zijn gekleed in klassieke tunica's en mantels. De soldaten dragen in op de antieken geïnspireerde rustingen, de joden spitse hoeden.
De architectuur-onderdelen zijn rijk versierd met renaissance-ornamenten.
In de zwikken van de triomfboog halfliggende, gevleugelde vrouwenfiguren, met hoorns van overvloed, die een lauwerkrans ophouden. Op de voorzijde van de boog afwisselend tegenovergestelde putti op een soort griffioenen aan weerszijden van platteband-ornament met een dier en twee maskers. In de cassetten van de boog afwisselend rozetten en maskarons. Op de pijlers florale kandelabermotieven. Op de velden achter de zuilen idem, bekroond door hermen met fruitmanden op hun hoofd.
Het fries van het stylobaat toont in het midden een naar links liggende stroomgod, met hoorn van overvloed, rustend op een leeglopende kruik, onder een aar-achtige boog op twee leeuwenkoppen. Hij wordt geflankeerd door twee hoornblazende saters en twee fabeldieren met leeuwenkop, een slakkenhuis als lijf, vogelpoten en een lange, in krullende ranken eindigende staart. De velden van de verkropte delen tonen afwisselend platteband-ornament en gevleugelde putti, staand met gekruiste benen, met fruitmand op het hoofd.
Aan weerszijden van de staande figuur in het midden van het fries boven de triomfboog zijn achtereenvolgens afgebeeld: een stroomgod en een vrouwelijke herme in een lauwerkrans, geflankeerd door twee maskarons. Op de achtergrond, vruchten, linten en platteband-ornament. In de rechthoekige velden van de verkroppingen kandelaberachtige bladmotieven, in de vierkanten links tweemaal een floraal motief met liggende figuur, rechts platteband-ornament gecombineerd met vruchten. In de rechthoekige vlakken aan de zijkanten vrouwelijke hermen.
Het fries van het middendeel van de bekroning toont twee tegenovergestelde griffioenen aan weerszijden van een vaasachtig masker, tussen rankwerk. In de rechthoekige velden van de verkropte kroonlijst een lint met vruchten, gewonden rond een staaf. Ditzelfde motief is aangebracht op de lijsten rond de reliëfs van de bekroning, hier echter met maskarons. De friezen boven de zijdelen tonen tegenovergestelde draken waartussen een maskaron. In de zwikken boven de bogen halfliggende figuren met lauwerkransen en palmtakken. Op de velden achter de zuiltjes festoenen met bloemen en links en rechts hiervan een kandelaber met herme.
Polychromie:
Het stucwerk is matverguld op roodbruine grond (olievergulding?). De vergulde achtergrond is daarna blauwgeschilderd. De architectuur is verguld. De houten basementen en kapitelen en dekplaten van de roodmarmeren zuilen van het onderste gedeelte zijn rood-wit gemarmerd. Evenzo de bovenste, geheel houten zuiltjes. Aan de achterzijde op het bovenste deel met fronton en kroonlijst een grijzige afwerking. Langs de randen van het middengedeelte veel resten witte grondering, en langs de buitenranden van de stijlen die het middengedeelte flankeren tevens rode bolus.
Opschriften:
Aan de achterzijde is in de linker verticale plank van het middengedeelte een onderstreepte X ingeritst.
Techniek:
De vele onderdelen zijn aan elkaar gezet met spijkers, houten klosjes en doken en verlijmd. De albasten zijn uitgevoerd in hoog-reliëf, de achtergronden in laag-reliëf. De reliëfdecoraties van de architectuur zijn uitgevoerd in half-reliëf in een soort stucmassa (pâte?) die in een mal werd gedrukt. Deze werden daarna op de lijsten gelijmd. De kleine mascarons die de "tanden" van de "tandlijsten" vormen, zijn apart aangezet (gelijmd en gespijkerd?: vele zijn afgevallen; op elk vlak een of meerdere spijkergaatjes). De profiellijsten zijn apart aangezet. De albasten zijn langs de bovenzijde en zijkanten voorzien van sponningen en gevat in houten lijsten. In het reliëf van de deur zijn de profielen van de dekplaten van de pijlers uitgespaard. De top is met de kroonlijst aan de achterzijde vastgezet met twee opgespijkerde, houten klosjes. De boog en stijlen rond het grote reliëf zijn aan elkaar gezet door middel van pen-gat-verbindingen. Het reliëf van het stilobaat is aan de achterzijde met spijkers gefixeerd, de lat daaronder met pen-gatverbindingen.
Staat:
Aan de achterzijde zijn ter versteviging enkele latten opgeschroefd. De buitenste albasten in de top zijn aan de achterzijde gefixeerd met samen één horizontaal opgeschroefde lat (modern), het middelste, meer naar voren liggende reliëf wordt door een aparte opgeschroefde lat. Achter het grote reliëf is een kruis van latten opgeschroefd en gespijkerd. Het rechterklosje achter de kroonlijst is vervangen. De latjes onder de klosjes lijken ook vervangen: ze passen niet meer in de eronder gelegen uitsparingen. De achterzijde van de grote boog en de linkerstijl ervan lijken afgeschaafd. De rechterpunt van het albast in het fronton is vervangen door een niet-uitgewerkt stukje albast. De rechterzuil vooraan is in meerdere delen gebroken, hersteld en aangevuld (met gekleurd gips?). In de zuil links vooraan enkele helderrode vullingen; de zuil geheel links is wat pokdalig en toont resten van helderrode vullingen.
Ontbreken: de putto bovenop het fronton? (sleufje aanwezig; zie opm.); de middenversieringen van de bovenste bogen (spijkergaatjes aanwezig); de bekroningen van het fronton links en rechts (gaatjes aanwezig); decoraties op de vooruitspringende delen van de bovenste kroonlijst (?) (gaatjes en resten van spijkers aanwezig); vele mascarons van de "tandlijsten"; delen van het profiel van de bovenste kroonlijst links; een deel van de profiellijst rechts van de voorste linker zuil. NB op de grote vlakken van de bovenkant van de onderste kroonlijst geen aanhechtingspunten van decoraties. Het bovenste gedeelte van het tabernakel is veel te ondiep voor het onderste gedeelte; de architectuur sluit niet op elkaar aan; het zou kunnen dat hier een hele geleding mist.
Afgebroken: een deel van het albast bij het scharnier; een deel van de lijst rechts van het onderste albast; de hoek van de plint van het zuiltje bovenaan rechts; kleine stukjes van de profiellijsten; de onderhoek links van het onderste albast; de bovenhoek links en rechts van de gedecoreerde rand rond het middelste albast van het bovendeel; deel kapiteel zuil links achteraan.
Gebarsten: het bovenste deel van het linker albast (gerepareerd?); beide punten van het albast in het fronton afgebroken (origineel links nog aanwezig); onderste albast, bij het scharnier (ingevuld); de liggende vrouw links boven de grote boog; het fries van het stylobaat, links; een reliëf met putto in het stylobaat rechts; links aan de zijkant in het stylobaat twee reliëfs met hermen.
Vele spijkergaatjes, verspreid over het stuk.

Vooral de marmering is sterk gesleten. De vergulding is gesleten. Het blauw is sterk nagedonkerd. Het onderste albast is sterk gesleten.

date_range

Date

1540 - 1559
create

Source

Museum Catharijneconvent
copyright

Copyright info

public domain

Explore more

dutch art
dutch art