MCC-41798 Zittende Maria (1)

Similar

MCC-41798 Zittende Maria (1)

description

Summary

Nederlands: Maria zit frontaal op een bank zonder leuning. Op haar linkerknie zat het nu verdwenen Christuskind, waarvan de plaats door een pengat is aangeduid. Maria heeft een lang, ovaal gelaat met kleine mond. Het wordt omgeven door fijne haarstrengen die tot over haar schouders vallen.
Maria draagt een lang gewaad met ronde hals en split. Het valt in smalle, scherpe pijpplooien neer en bedekt in hoekige vouwen de grond en deels het puntige schoeisel. Haar mantel ligt vlak over haar schouders. Het ene uiteinde hangt in pijpplooien af van haar linkerknie. Het andere is onder haar rechterarm doorgetrokken en over haar schoot gedrapeerd en hangt in diepe, v-vormige plooien neer langs haar rechterbeen. De mantel bedekt tevens de voor- en bovenzijde van het bankje. Dit staat op een kleine, vlakke grond.
De zijden van het bankje zijn gedecoreerd met gotische tracering. Deze bestaat uit een tweelichtvenster met spitsbogen en deelzuiltje. Op de twee spitsbogen rust een ronde vierpas in een cirkel. Dit geheel wordt omsloten door een grotere spitsboog, met links en rechts in de zwikken een ronde driepas. De tracering rust op een hoge, geprofileerde plint en wordt aan de bovenzijde afgesloten door een geprofileerde lijst. Het deelzuiltje is voorzien van een geprofileerd basement en gestileerd bladkapiteel.
Polychromie:
Grote delen van de oorspronkelijke polychromie zijn bewaard gebleven. Deze is aangebracht op een dikke, witte krijtgrond. Op meerdere plaatsen is in lacunes linnen zichtbaar, waarmee scheuren in het hout zijn gedicht, onder andere op de borst en aan de achterzijde.
Incarnaat: roze met rode blossen; zwarte details van de ogen. Hieronder ligt een lichter incarnaat met bruine detaillering. Mond rood in meerdere lagen. Haar matverguld op bruine bolus, minimaal drie verguldingslagen. Tevens restjes groen en zwart.
Boord kleed wit, waarop sporen vergulding en een rode bies.
Kleed, mantel, bankje, grond, schoeisel: glansvergulding die direct op de witte grond lijkt te liggen.
Techniek:
Aan de achterzijde uitgehold. Brede beitel- en gutssporen in de uitholling. Boven in het hoofd een taps toelopende uitholling voor relieken van ca. 7 cm doorsn. x 5 cm d. In de brede rand rond de uitholling verspreid enkele gaatjes van vierkante nagels en rechts een rond gaatje; in het midden voor- en achteraan een ondiep gaatje (sporen van voormalige afdichting?). Beitelsporen op de rand. Een deel van de modellering is aangebracht in de krijtgrond. Dit geldt met name voor het haar. In de uitholling links en rechts gescheurde noesten, ongeveer ter hoogte van het middel. In het dunne gedeelte van de mantel onder de armen is de wand aan weerszijden doorbroken en gedicht met een spie, die met een zwarte lijmachtige substantie is vastgezet. Ter hoogte van de rechterschouder in de uitholling een gescheurde noest. De ajour gesneden traceringen van het bankje zijn elk met vier houten pennen in de dichte zijkanten van het bankje vastgezet. Standvlak niet bekeken. Gezien de scheurvorming lag de kern mogelijk aan de achterzijde, in het midden, in het werkblok.
Voormalige oorspronkelijke bevestiging (?): twee grote metalen nagels aan de voorkant en rechts door het grondje, mogelijk ook links. Links en rechts van het gezicht twee ronde gaten door-en-door.
Staat:
De pennen waarmee de decoratie aan het bankje is gezet zijn vervangen. In beide traceringen behalve de pennen ook twee gesmede nagels.
Ontbreken: het kind (pengat van ca. 1 cm doorsn. x ca. 1,5 cm d.); de bovenkant van het hoofd van Maria, met eventuele kroon.
Afgebroken: beide armen (links bijgezaagd met een deel van de mantelrand; rechts bijgezaagd: twee gaten in en lijmsporen op het breukvlak); een stuk van de tracering aan de achterzijde rechts.
Door de linkerzijde van het beeld lopen grote scheuren, o.a. door Maria's rechterheup, langs het bankje tot in de grond. Deze scheur is oorspronkelijk met linnen verstevigd en later aan de binnenzijde van de uitholling gefixeerd met een moderne metalen strip, vastgezet met twee schroeven. Vanuit deze scheur loopt een tweede door de bovenkant van het bankje. Een lichte scheur in de uitholling. Ook het grondje is licht gescheurd. Enkele spijkergaatjes rond de uitholling, tevens zeer oude lijmresten, identiek aan die waarmee de spietjes in de uitholling zijn vastgezet (sporen van een voormalige afdichting?). Op de rechterschouder een afgebroken nagel. Twee kleine spijkergaatjes aan weerskanten van de hals, in het haar (sporen van aanhechting van voormalige decoraties, aankleding?).
Enkele houtwormgaatjes links en rechts onderaan in de uitholling.

De verflaag is zwaar beschadigd en gesleten en vertoont grote lacunes, o.a. op de borst, de schoot, de knieën, de grond en het bankje.

date_range

Date

1230 - 1239
create

Source

Museum Catharijneconvent
copyright

Copyright info

public domain

Explore more

dutch art
dutch art